Op 8 november namen we vanuit VELOV deel aan de VELON Studiedag in Utrecht. Het Centrale thema was ‘samen opleiden, professionaliseren en onderzoeken’.

Tijdens drie sessies konden we ons laten onderdompelen in tal van Nederlandse ervaringen, praktijkvoorbeelden en onderzoeksresultaten, eventueel aangevuld met onze insteek uit Vlaanderen.

Enkele zaken vielen op gedurende deze dag.

Ten eerste is de definiëring van ‘lerarenopleider’ in Nederland expliciet zeer ruim ingevuld. Aan de sessies namen allereerst opleiders verbonden aan een lerarenopleiding deel. Daarnaast waren ook schoolopleiders, verbonden aan een lerarenopleiding (stagebegeleiding) of aan een school (mentor), aanwezig. Tot slot namen ook directeurs, onderwijskundige adviseurs en trainers en onderzoekers deel aan deze studiedag.

Men spreekt expliciet over ‘schoolpartners’. Dit onderstreept mooi de insteek van het samen opleiden. Tegelijkertijd geeft men aan dit hand in hand gaat met de uitdaging om alle betrokken partijen maximaal te blijven betrekken én steeds aansluiting te vinden bij ieders actuele invulling van het onderwijs.

Zowel in Vlaanderen als in Nederland zijn er op het vlak van ‘samen opleiden’ tal van inspirerende voorbeelden te vinden. Wat bij de Nederlandse aanpak sterk opvalt, is de meer structurele uitrol door de voorziene duurzame ondersteuning (vanuit de overheid). Het stemt tot nadenken over de maatschappelijke visie omtrent het samen opleiden van kwalitatieve leraren.

Tegelijkertijd draait niet alles om die structurele ondersteuning: ook in Nederland benoemt men de uitdagingen die we in Vlaanderen en daarbuiten ervaren, het warm maken van zij-instromers voor het onderwijs in functie van het lerarentekort alsook het aantrekken en aan boord houden van nieuwe leraren door tal van maatregelen. De duurzame implementatie van ICT in de lerarenopleidingen als middel én als doel (in Vlaanderen in functie van de transversale sleutelcompetenties) en de wisselwerking met het onderwijsveld kwam eveneens ter sprake. Andere besproken thema’s waren o.a. de plaats van onderwijsgerelateerd onderzoek en de ontsluiting ervan, de snelheid aan veranderingen in het onderwijsveld integreren in de actuele lerarenopleiding en vice versa, …

Dat het internationaal duurzaam samen opleiden een actuele wens is, bleek zowel tijdens de sessies als tijdens de informele gesprekken. Blijvende aandacht besteden aan het delen en samenwerken binnen de eigen landsgrenzen blijkt een aandachtspunt waar een dergelijke studiedag zeker aan kan bijdragen.

De vraag naar verduurzaming blijkt vaak gekoppeld aan de zorg hoe geïnteresseerden dit een plaats kunnen geven naast al het andere werk. Er is veel wil en tegelijkertijd is de haalbaarheid beperkt vanwege de ruimte aan uren en middelen voor professionalisering binnen het takenpakket van de lerarenopleider. De keuze om deel te nemen aan dergelijke professionalisering houdt zonder meer het uitstellen van een rist aan to do’s in.

Een open vraag om mee te eindigen, mooi omvat door een nieuw ontdekte Nederlandse uitdrukking: welke beren zien ‘we’ op de weg én hoe gaan we daarmee in de toekomst samen mee om?

Els Tanghe